Het sneeuwt, wat een bijzondere avond om nu te gaan waken. Zo vredig!
De deur wordt open gedaan door Mevr. Het eerste wat zij zegt… welkom, wat een bijzondere avond he? Het sneeuwt zo hard, alles ziet er veel mooier uit nu.
In de kamer zit een dierbare vriend van meneer, zichtbaar aangeslagen door het grote verdriet wat hij voelt.
We staan aan het bed van meneer en mevrouw begint haar verhaal/overdracht. Ik vraag haar of we even in de kamer zullen gaan zitten, zodat meneer ons niet kan horen praten ‘over hem’.
Maar hij is al heel ver weg, zegt mevrouw, hij hoort ons toch niet. Ik geef aan dat we dat niet zeker weten, of hij ons kan horen. Wel geef ik aan dat, als ik haar was, niet naar bed zou gaan, omdat ik het idee heb dat het niet meer zo lang zou duren.
Als we een poosje in de kamer zitten, vraagt mevrouw:
wil jij even gaan kijken…of hij nog ademt.
Als ik een poosje bij het bed sta, denk ik, dit gaat wel heel erg snel, en ik ben nog maar net binnen.
Ik wenk mevrouw en de goede vriend, of ze willen komen……Het sterven gaat nu daadwerkelijk gebeuren.
Meneer glijdt weg/hij is aan het overgaan!
We pakken elkaar vast. Mevrouw is zo blij dat ik haar vasthoud tijdens het stervensproces van haar man.
Wat een prachtige en waardevolle warmte, zo dankbaar dat ,ik’ daar een klein onderdeel van mag zijn.
Er zijn!!!
Leven is doodgaan.
Het enige zekere in ons bestaan.
De lamp flikkert, ik ga naar bed.